Onafhankelijke ademhalingsbeschermingsmiddelen
Toestellen met gelaatsstuk en aanzuigslang
Bij onafhankelijke ademhalingsbeschermingsmiddelen met toevoer van verse lucht die werken met gelaatsstuk en aanzuigslang, moet de gebruiker de lucht die hij nodig heeft om te ademen zelf aanzuigen door een luchttoevoerslang met grote diameter. Deze slang is aan een volgelaatsmasker (Volgelaatsmaskers), halfgelaatsmasker (Halfgelaatsmaskers) of mondstukgarnituur gekoppeld.
De lengte van de luchttoevoerslang is beperkt (9 meter is ongeveer het maximum), omdat de gebruiker problemen krijgt om te kunnen inademen bij een te grote lengte van de slang (de inademweerstand wordt te hoog). De norm die op deze apparatuur van toepassing is, is NEN-EN 138.
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.