Keuzepad voor oog- en gelaatsbescherming
Onafhankelijk van de aard van de dreiging dient elke vorm van oog- en gelaatsbescherming steeds tenminste te voldoen aan de basiseisen, neergelegd in paragraaf 7.1 van EN 166.
Deze eisen zijn:
-
Minimum afmetingen van het zichtgedeelte van het glas, 32 mm breed en 25 mm hoog.
-
Optische zuiverheid, tenminste klasse 2 voor brillen en klasse 3 voor overzetbrillen en schermen.
-
Lichtdoorlaatbaarheid.
-
Lichtverstrooiing.
-
Mechanische sterkte, tenminste geringe stootbelasting.
-
Weerstand tegen veroudering.
-
Weerstand tegen UV-bestraling.
-
Vuurbestendigheid.
Aard van de mechanische dreiging
Bepaal de energie waarmee een deeltje het oog zou kunnen treffen. Indien deze energie verwaarloosbaar klein of niet aanwezig is, moet gekozen worden
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.