Een werknemer van een Stichting die zich bezighoudt met opvang van mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap heeft zich onbetamelijk jegens enkele stagiaires gedragen en krijgt van de werkgever een laatste waarschuwing: als hij weer in de fout in gaat, zullen verregaande maatregelen volgen. Kort na deze waarschuwing volgt wederom een klacht, nu van een cliënte. De werkgever verzoekt nu ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Maar omdat de feiten, waarop de klacht is gebaseerd, dateren van ver voor de laatste waarschuwing, wordt het ontbindingsverzoek door de kantonrechter afgewezen.