Met ingang van 13 april 1992 is een werknemer bij een werkgever in dienst getreden als leerling-scheepsbouwer. Eind april 1992 of begin mei 1992 is de werknemer bij werkzaamheden met zijn rug tegen de rand van een boot gevallen. Feiten en omstandigheden over de ware toedracht ontbreken. De werknemer spreekt de werkgever aan voor de als gevolg van dit ongeval ontstane letselschade. Zowel de Kantonrechter als de Rechtbank dragen de werknemer op feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit de ware toedracht kan worden afgeleid. In cassatie stelt de Hoge Raad op 4 mei 2001 dat de door beide gerechtelijke instanties
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.