Een medewerker van een penitentiaire inrichting raakt betrokken bij een incident tussen twee gedetineerden waarbij een mes wordt gebruikt. De medewerker ontwikkelt hierdoor psychische klachten waarvoor hij de minister van Veiligheid en Justitie aansprakelijk stelt. De minister wijst de aansprakelijkheid af en verlaagt de aanvulling op de WAO-uitkering van de medewerker. In hoger beroep oordeelt de Centrale Raad van Beroep dat de minister als verantwoordelijk gezag zijn zorgplicht heeft geschonden en aansprakelijk is voor de schade van de medewerker. Tevens wordt een schadevergoeding toegekend vanwege de overschrijding van een redelijke behandeltermijn van deze zaak.