Zoeken in de titels op deze website:

Een werknemer dagvaart zijn werkgeefster, de Rabobank, omdat zij hem heeft geweigerd toe te laten tot het uitvoeren van zijn werkzaamheden. Dit, terwijl achteraf is komen vast te staan dat hij niet arbeidsongeschikt was. Hij vordert daarom doorbetaling van loon e.d.. De Kantonrechter te Den Haag wijst echter op 4 februari 1997 de vordering af. Er volgen twee tussenvonnissen in hoger beroep bij de Haagse Rechtbank. De werknemer stelt cassatie in beroep in tegen het laatste tussenvonnis (van 3 maart 1999). Vervolgens stelt de Hoge Raad op 6 april 2001 de werknemer in het gelijk; het gebeurde kwam voor risico