Bij de sloop van een tuinbouwkas schakelt de eigenaar van de kas een bedrijf in dat als tussenpersoon de sloop coördineert. Zowel deze tussenpersoon als de betrokken leidinggevende van de tussenpersoon hebben geen ervaring met het verwijderen van asbest. Zij laten na om een asbestinventarisatierapport te overhandigen aan de sloper die de kas uiteindelijk sloopt. Hierdoor hebben zij in strijd met de Wet milieugevaarlijke stoffen en het Asbestverwijderingsbesluit gehandeld. De leidinggevende wordt daarvoor strafrechtelijk vervolgd. In hoger beroep wordt de hij veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete met een proeftijd van 2 jaar.