Normen en richtlijnen werken in en met verontreinigde bodem
In het Arbeidsomstandighedenbesluit wordt specifiek in artikel 2.28 lid 2b beschreven dat de risico’s ten aanzien van bodemverontreiniging zijn geïnventariseerd en geëvalueerd. Dit geldt voor alle (bouw)projecten waar grondroerende activiteiten worden uitgevoerd. Dit betekent dat zowel in de ontwerpfase (precontractueel) als in de uitvoeringsfase de risico’s van werken in verontreinigde bodem moeten worden beoordeeld. Volgens de CROW 400 worden, daarvoor gekwalificeerde, veiligheidskundigen (met R-DLP certificaat) betrokken om de specifieke veiligheidsmaatregelen vast te stellen en te verifiëren.
Bij het werken met verontreinigde bodem wordt gewerkt met verschillende veiligheidsklassen. Afhankelijk van de concentratie
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.