Inleiding
Geluid ontstaat wanneer een geluidsbron de omringende lucht in beweging brengt. Hierdoor ontstaan snelle drukwisselingen in de omgevingslucht, die zich als geluidsgolven met een snelheid van ongeveer 340 m/s in alle richtingen voortplanten. Omdat de geluidsenergie zich daarbij over een steeds groter oppervlak verspreidt, wordt het geluid zwakker naarmate de afstand tot de geluidsbron toeneemt. Als geluid onze oren bereikt, wekt het daarin weer trillingen op, die we via het gehoorcentrum in onze hersenen als geluid waarnemen.
Om te kunnen spreken van geluid zijn dus drie elementen nodig: een geluidsbron, een medium (bijvoorbeeld lucht) waardoor het geluid zich kan
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.